“Mijn naam is Fikeraddis Abera. Ik ben getrouwd en heb een zoontje van twee jaar. Ik ben huisvrouw en mijn man- de kostwinner – werkt dagelijks als bouwvakker. Vier maanden geleden werd bij mij tuberculose (TBC) geconstateerd. Het veranderde mijn leven. Ik was zwak en voelde me nutteloos. Ik heb geen idee hoe ik TBC heb opgelopen. Mijn man en zoon hebben het niet gekregen, godzijdank!”
Nadat Fikeraddis de diagnose TBC kreeg, moest ze voortaan elke dag naar het centrum van haar woonplaats, Addis Ababa, lopen om haar medicijnen op te halen. Een lange tocht door veel drukte met ook nog eens het gevaar van het uitgebroken coronavirus. Na twee maanden werd dit gelukkig een wekelijks in plaats van dagelijks bezoek.
“Elke keer als ik de route naar het gezondheidscentrum loop voor mijn medicatie ben ik heel voorzichtig om besmetting met het coronavirus te vermijden. Ik probeer voorzichtig te zijn voor mezelf en voor mijn zoontje die ik altijd mee heb. Maar ik heb geen keuze. Ik moet de behandeling afmaken. Als ik mijn medicijnen niet ophaal, ga ik misschien niet dood aan corona, maar wél aan TBC.”
“TBC en corona hebben ons huis door elkaar geschud. Mijn man, die vroeger 150 Birr (nog geen 4 euro) per dag verdiende, moet nu thuis blijven omdat de bouwsector stil ligt. Dit is een uitdaging voor hem. Hij is een persoon die gewend is om voor 6 uur ’s ochtends het huis uit te gaan en pas rond 8 uur ’s avonds weer terug te komen. Nu is hij boos en ellendig door het thuis blijven.”
“De verhoogde stress door mijn ziekte en onze verslechterende financiële positie heeft deze periode tot een van de moeilijkste van mijn leven gemaakt. Gelukkig zijn de TBC-medicijnen gratis. Als ik stop met deze medicijnen innemen, kan ik de ergste vorm van TBC krijgen. Daarom wil ik de behandeling graag afmaken en snel beter worden. Ik wil mijn kind kunnen opvoeden. En dat geeft mij de moed voorzichtig te zijn en toch op tijd mijn medicijnen te gaan halen.”