Herman Walta bracht vijf jaar van zijn jongste jeugd door in het sanatorium in Zevenaar. Toen hij anderhalf was, werd bij hem tuberculose vastgesteld. Zijn ouders zag hij hoogstens twee à drie keer per jaar. Dat, ondanks het feit dat zijn vader in hetzelfde sanatorium lag. Voor zijn moeder waren de bezoektijden gelimiteerd en de reis naar Zevenaar duur en tijdrovend, zeker met nog twee kinderen thuis.
Het was de jaren vijftig, en Nederland bevond zich in de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. De terugkerende onderzoeken in het sanatorium waren onaangenaam, het regime extreem strikt en voor veel vooral jonge patiënten traumatisch. Hun bewegingsvrijheid was beperkt tot hun bed.
In de Podcast, met de naam ‘Hondje, hondje, ik ga naar huis’, met een lengte van ongeveer een half uur, praat Roel Walta met zijn vader Herman Walta over deze ingrijpende tijd in zijn vaders leven. Het is een prachtig, ontroerend verhaal. Een absolute aanrader voor een ieder die een vergelijkbare ervaring heeft, persoonlijk of met familieleden, of voor wie een beter beeld wil hebben van deze tijd. Deze Podcast geeft een beeld van vroeger. Een vroeger waar TBC een prominent onderdeel van uitmaakte.