De bestrijding van tuberculose in Europa verloopt niet zoals zou moeten, ook al hebben we er eigenlijk wel de middelen voor. Dat zeggen het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en het Regionaal Bureau voor Europa van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). We zijn nu nog “ver verwijderd” van de gewenste vermindering vóór 2030 van het aantal gevallen met 80 procent en het aantal sterfgevallen met 90 procent.
Deels heeft dat te maken met de coronapandemie, die een grote impact had op de zorgstelsels en de toegang daartoe. Tot de uitbraak ging de neergang van tuberculose in Europa sneller dan waar ook, maar de terugloop in de besmettingsaantallen stagneert en de sterfte is zelfs weer iets toegenomen ten opzichte van 2020. Een andere kwestie die meespeelt is resistentie tegen bepaalde geneesmiddelen. Behandelingen leiden minder vaak tot succes dan de bedoeling is.
Landen moeten hun inspanningen tegen tuberculose nu nieuw leven inblazen. Mensen met tbc moeten bijvoorbeeld eerder worden getraceerd. “We moeten ten volle profiteren van nieuwe technologieën”, zegt Hans Henri P. Kluge, regionaal directeur bij WHO/Europa. “We hebben de wetenschappelijke en medische hulpmiddelen om verloren terrein terug te winnen, maar we hebben dringend behoefte aan sterkere en consistente partnerschappen tussen lidstaten, donororganisaties en getroffen gemeenschappen als we iedereen met tbc willen bereiken om hen de behandeling en zorg te geven die ze nodig hebben.”
Steeds minder besmettingen
In Nederland is al jaren een dalende lijn in de tuberculosebesmettingen tot rond de zevenhonderd mensen met de ziekte per jaar, van wie driekwart niet in Nederland is geboren. In de coronatijd liep het aantal aanvankelijk wat verder terug door de coronamaatregelen, met name door de geringe mogelijkheden om te reizen. Daarna ging het weer een fractie omhoog. Of de verminderde toegankelijkheid tot zorg een rol speelde bij de aantallen besmettingen is volgens Niesje Jansen van KNCV Tuberculosefonds moeilijk te zeggen, doordat de ziekte zich soms jaren later pas manifesteert.
Probleem daarbij is ook dat mensen in Nederland vaak denken dat de ziekte hier niet meer voorkomt en er dus langer mee doorlopen dan nodig en zo besmettingsgevaar voor anderen opleveren. En als mensen weten dat ze tuberculose hebben, vinden ze het vaak lastig om ervoor uit te komen, zegt Jansen. In 2022 waren er 635 tuberculosepatiënten in Nederland, 6 procent minder dan in 2021, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vrijdagochtend. “Hiervan hadden 171 open tuberculose, de meest besmettelijke vorm.”
Bron: 2023 ANP ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
Wilt u op de hoogte blijven van Nederlands nieuws op het gebied van tuberculose? Schrijf u in voor de Tegen de Tuberculose Nieuwsbrief.