Niesje Jansen,
senior verpleegkundig consulent/teamleider Team Nederland KNCV Tuberculosefonds
In de ruim 30 jaar dat ik nu werkzaam ben in de tbc-bestrijding zijn de ideeën over roken en tuberculose erg veranderd. Ooit heb ik geleerd dat je bij het eerste huisbezoek wel vroeg of mensen rookten, en dat het natuurlijk niet goed is voor hun gezondheid, maar dat het geen invloed had op de tbc-behandeling.
De inzichten hierover zijn sindsdien veranderd. In 2022 presenteerde de WHO een nieuwsbrief “Smoking and tuberculosis: a dangerous combination” waarin zij aangaven dat recent wetenschappelijk bewijs de schadelijke link tussen roken en tuberculose definitief bevestigd. De WHO schrijft dat naast de verhoogde kans om TB te krijgen en eraan te overlijden, er nu ook overtuigend bewijs is voor negatieve effecten van roken op response op de behandeling en een verhoogd risico op een terugval1.
Op de laatste dag van de conferentie in Bali heb ik een symposium bijgewoond ‘Smoking cessation intervention for TB patients: urgent need on translating research finding into policy action’. Het symposium startte met de resultaten van een langlopend onderzoek in China2. In het onderzoek kwam ook naar voren dat mensen die waren gestopt met roken een kleinere kans hadden op een reactivatie, dan de mensen die waren blijven roken. Lin et al. (2024) lieten zien dat de kans op overlijden hoger was voor mensen die doorrookten (>30 sigaretten per dag) tijdens de behandeling in vergelijking met mensen die tijdens de behandeling stopten. De kans op recurrent TB daarentegen bleef hoog en vergelijkbaar voor zowel rokers als ex-rokers met een rookgeschiedenis van >25 jaar.
Na deze inleidende presentatie werden er drie presentaties gegeven uit verschillende landen (Philipijnen, Pakistan, Benin en Burkina Faso) waarin de resultaten werden gegeven van stop met roken programma’s die waren geïntegreerd binnen de tuberculose zorg.
In alle presentaties werd verwezen naar de ABC aanpak. Deze aanpak werd al in 2010 geïntroduceerd door de IUATLD in ‘Smoking Cessation and Smokefree Environments for Tuberculosis Patients’3. De ABC-methode bestaat uit drie eenvoudig te onthouden stappen: Vraag of de patient rookt – Geef kort advies over het belang en de voordelen van stoppen – Bied ondersteuning aan bij het stoppen met roken of verwijs mensen hiervoor door. Door te vragen naar de rookstatus en kort advies te geven over stoppen, wordt de patient ertoe aangezet te proberen om te stoppen. Ondersteuning bij het stoppen moedigt stoppen aan én verhoogt de kans op een succesvolle stoppoging.
De presentaties riepen bij mij de vraag op hoe we vandaag de dag in Nederland omgaan met roken en tuberculose. Nazoeken leerde me dat we het niet registreren in het NTR. Het is wel een item in de Verpleegkundige Anamnese Lijst (VAL), bij het onderdeel ‘Gebruik van andere medicijnen en/of middelen’ staat ook ‘roken’ als een optie genoemd. Maar doen we hier dan ook iets mee?
Uit de praktijk
Door: Lisette Timmermans, verpleegkundige tbc-bestrijding en Iris Hoeijmakers, verpleegkundige i.o. GGD Limburg Noord
De VAL wordt vaak in de eerste contacten met de patiënt afgenomen . Het item roken is een klein onderdeeltje hiervan. In deze eerste contacten met de patiënt ligt de nadruk o.a. op het inschatten van therapietrouw en de interventies die deze therapietrouw kunnen vergroten. In tegenstelling tot het gebruik van alcohol en drugs heeft roken niet veel invloed op de therapietrouw.
Het komt regelmatig voor dat patiënten tijdens hun ziekenhuisopname worden ingesteld op nicotinepleisters. Het is belangrijk om hier bij ontslag aandacht aan te besteden en ervoor te zorgen dat deze behandeling thuis wordt voorgezet
Soms zien we patiënten die direct na de diagnose tuberculose heel gezond willen gaan leven en dus ook willen stoppen met roken, zoals bij de laatste patiënt die we thuis bezochten. Hij had zelfs al stappen ondernomen richting huisarts, nicotinepleisters gekregen en bezocht een stoppen- met -roken programma. Tijdens de huisbezoeken werd duidelijk dat er bij deze meneer ook sprake was van andere problematiek zoals stress door diagnose tuberculose, slechte eetgewoonten en overmatig cafeïnegebruik. De ingezette interventies, hadden helaas niet het gewenst effect.
We kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat dit niet het juiste moment was om te stoppen met roken. Wel besloten we om dit onderwerp in een rustiger moment van de behandeling weer op te pakken.
Mogelijk is de beginfase van een behandeling niet het juiste moment. Wel kan het actief bespreken van stoppen met roken, ondersteund met de nieuwste inzichten, later in de behandeling besproken worden, als er ook aandacht is voor de post TB onderwerpen.
In eerdere onderzoeken van Connie Erkens e.a. hebben we gezien dat de kans op recidief tuberculose in Nederland hoger is dan we hadden verwacht4. Speelt roken of lange “rook geschiedenis” hierin een rol? We hebben dit niet geregistreerd, dus het is ook niet meegenomen in de analyses. In de tijd van nu waarin ‘een rookvrije generatie’ een belangrijk doel is waarnaar gestreefd wordt in Nederland vraag ik me af of we hier toch iets mee zouden moeten binnen de tbc-bestrijding in Nederland. Misschien tijd voor een discussie hierover?
Bronvermelding:
1 News: Smoking and tuberculosis: a dangerous combination (2022). World Health Organization. https://www.who.int/europe/news-room/22-03-2018-smoking-and-tuberculosis-a-dangerous-combination
2 Lin H, Xiao L, Chen Y, Zeng X, Zhang X, Lin Y. Smoking cessation to prevent death and tuberculosis recurrence after treatment: A prospective cohort study with a seven-year follow-up in China. J Glob Health. 2024 Sep 6;14:04187. doi: 10.7189/jogh.14.04187. PMID: 39238358; PMCID: PMC11377965.
3 Bissel K. Fraser T. Chiang C-Y. Enarson DA. Smoking cessation and smokefree environments for tuberculosis patients. Paris, France: International Union Against Tuberculosis and Lung Disease, 2010. https://theunion.org/sites/default/files/2020-08/pub_smokingcessation_eng.pdf
4 Erkens Connie, Tekeli Betül, van Soolingen Dick, Schimmel Henrieke, Verver Suzanne. Recurrent tuberculosis in the Netherlands – a 24-year follow-up study, 1993 to 2016. Euro Surveill. 2022;27(12):pii=2100183. https://doi.org/10.2807/1560-7917.ES.2022.27.12.2100183