Hoe wordt de diagnose tuberculose gesteld?
Om te kunnen zien of er sprake is van tuberculose kunnen er verschillende onderzoeken nodig zijn. Welke onderzoeken worden gedaan zal per persoon verschillend zijn. Dit is afhankelijk van een groot aantal factoren.
Onderstaande onderzoeksmethodes worden veel gebruikt bij het stellen van de diagnose tuberculose:
Tuberculinehuidtest (mantoux)
Hiermee kan een infectie met de tbc-bacterie worden aangetoond. Bij deze test wordt een kleine hoeveelheid vloeistof in de linker onderarm gespoten. Als het lichaam afweerstoffen heeft gemaakt tegen tuberculose, dan zullen deze gaan reageren op de testvloeistof en een bobbeltje in de huid veroorzaken.
IGRA (Immune Gamma Release Assay)
De IGRA is een test die afweerstoffen in het bloed kan aantonen. De test wordt vaak gebruikt in combinatie met de tuberculinehuidtest. Wanneer de tuberculinehuidtest aangeeft dat er mogelijk een infectie met tuberculose is, geeft een positieve IGRA reactie meer zekerheid over de diagnose.
Röntgenfoto
De meest voorkomende vorm van tuberculose is longtuberculose. Hierom zal er bij verdenking op tuberculose ook altijd een röntgenfoto van de longen worden gemaakt. Ook voor screening wordt de röntgenfoto vaak gebruikt.
Bacteriologisch onderzoek
Als er duidelijke aanwijzingen zijn voor tuberculose, wordt er ook onderzoek van sputum of eventuele andere materialen (zoals bv. urine of weefsel) gedaan. Door microscopisch onderzoek, bacteriekweken of DNA-onderzoek (PCR) kan worden vastgesteld of de tbc-bacterie in het lichaamsmateriaal aanwezig is.
Ook kan door laboratoriumonderzoek op het materiaal worden vastgesteld of de bacterie wel reageert op de diverse medicatie. Resistentie wordt op deze manier vastgesteld.