Stefan de Blij, een twintiger in dienst bij buitenlandse zaken, wist niet wat hem overkwam toen hij in San Francisco een opdracht uitvoerde aan het Nederlandse Consulaat-Generaal. Hij vertelt: “Je wordt overvallen door een onzichtbare vijand. Iets dringt je lichaam binnen. En als je er niets tegen doet kan dat je einde betekenen. ”
Het was begin december. Stefan werd geplaagd door een pijnlijke hoest, die volgde op een periode van nachtzweten. “Dan werd ik wakker en was ik van top tot teen nat. Maar vooral die hoest was angstaanjagend. Ik ging naar een Amerikaanse huisarts. Hij gaf me een lichte antibioticakuur, maar dat hielp niet.” Stefan reisde voor de kerst terug naar Nederland, waar hij in het ziekenhuis terechtkwam. Er werd een CT-scan gemaakt, waarbij de specialist hem meedeelde: “Het zou de Ziekte van Hodgkin of bloedkanker kunnen zijn…”Stefan: “Emotioneel kom je dan in een soort wasmachine terecht. Je weet niet wat je moet denken of wat er gaat komen. Je zoekt naar vaste grond onder je voeten, maar die is er niet. Op oudejaarsavond keek ik vanuit mijn kamer naar het vuurwerk buiten, toen kwamen de tranen. Je hebt geen enkele zekerheid meer.” Het onderzoek zou nog drie dagen vergen.
Op 3 januari kreeg Stefan te horen dat hij open tbc had. Open tuberculose is een andere naam voor de besmettelijke vorm van longtuberculose. Stefan moest in quarantaine. “Ik was het jaar daarvoor in drie verschillende landen geweest, ik had in tal van vliegtuigen gezeten. Ik kon het overal hebben opgelopen.” Maar Stefan had ook geluk. Hij was niet besmet met een van de nieuwe resistente stammen van tbc, die zich nu verspreiden en op dit moment zeer moeilijk te genezen zijn. Stefan’s medicijnen sloegen aan. “Na twee maanden antibiotica was ik niet meer besmettelijk voor anderen. Ik kon weer gaan en staan waar ik wilde. Mijn missie was zo snel mogelijk mijn oude leventje oppakken. Ik ging weer lekker drummen in mijn bandje, sporten, fietsen.
De periode van angst en zelfbezinning, tijdens de tbc, had me dichter bij mezelf gebracht. Je beseft dan even heel goed hoe kwetsbaar je als mens bent.”